Als mensen getallen worden

Published by predikant@laurenspastoraat.nl on

Deuteronomium 24:17-22

De grote brand in het vluchtelingenkamp Moria op Lesbos heeft de onvoorstelbare ellende die er al heerste enkel nog meer vergroot. De situatie was al uitzichtloos en is nu alleen maar uitzichtlozer. Afgelopen week kwamen er bovenop deze ellende ook berichten dat bootjes met vluchtelingen de zee weer op gesleurd werden. Vaak beroofd van het weinige dat ze nog bezaten aan papieren en aan geld, soms geslagen en aan het lot overgelaten. Beelden komen even naar boven van het verhaal van de barmhartige Samaritaan, van die man die halfdood langs de weg ligt en niet weet of iemand zich over hem zal ontfermen.

Nou is er in de wereld meer ellende waar je hart haast stil van blijft staan. Het geweld waarmee mensen elkaar het leven zuur maken, beneemt je geregeld de adem. Maar wat mij wel het meest schokte, of eigenlijk al lange tijd schokt, is de houding die er gegroeid is ten opzichte van de mens die vraagt om hulp, de mens die vlucht, de vreemdeling die zoekt naar een beter leven. We spreken niet meer over mensen. We spreken over getallen. Over afspraken die er gemaakt zijn. Cijfers die we tegen elkaar kunnen wegstrepen. We zijn goed geworden in het uiten van medeleven. Maar verontwaardiging, werkelijke compassie, krijgt eigenlijk geen stem. Het is ver weg en het moet ook maar ver weg blijven.

In het boek Exodus lezen we voor het eerst over Mozes. Het volk Israël leeft in de landstreek Gosen in Egypte. Daar waren ze terecht gekomen tijdens de grote hongersnood toen Jozef, zoon van Jakob, op wonderlijke wijze onderkoning van het land was geworden. Maar tijden veranderen en toen er een nieuwe farao kwam, een nieuwe Egyptische koning, werd het leven van het Joodse volk zwaarder en zwaarder. De vreemdelingen werden in de ogen van de Egyptenaren een bedreiging. Zware arbeid, weinig voedsel en zelfs een kindermoord werden ingezet om het volk te breken. De pijn en de jammerklachten bereikten uiteindelijk de hemel en God riep Mozes om het volk weg te leiden uit de slavernij. Ketenen werden verbroken. Er is een andere manier van leven met elkaar dan leven ten koste van elkaar. Op weg naar die andere werkelijkheid, naar dat land van vruchtbaarheid en leven, moest het volk onvermijdelijk door de woestijn gaan. Het is geen werkelijkheid die je zomaar geschonken wordt maar een levensreis van gaandeweg leren.

Onderweg gaf God het volk regels, leefregels. Hoe doe je dat als mens, leven met elkaar? Hoe hou je elkaars rechten hoog, elkaars integriteit? Hoe voorkom je dat de zwakken worden vertrapt? De wetten die het volk kreeg, de wetten die we vinden in boeken als Exodus en Deuteronomium, zijn geen wetten voor onderweg maar wetten voor in die nieuwe werkelijkheid. Dat wordt er steeds bij gezegd: Onderhoud de geboden want dan zullen jullie in het land van belofte vruchtbaar en zegenrijk leven. Zelfs in het land waar het goed is om te leven, moet klaarblijkelijk iedere keer toch weer in herinnering geroepen worden waar het daadwerkelijk om gaat, wat de gerechtigheid bevordert en wat tot zegen strekt. De mens is een hardnekkig wezen en soms lijkt het alsof het leven met elkaar tegennatuurlijker is dan leven voor jezelf alleen.

Bedenk dat je zelf vreemdeling bent geweest, of bedenk dat je zelf slaaf bent geweest. Dat is wat in Deuteronomium steeds in herinnering geroepen wordt wanneer het gaat om hoe je de ander benadert, hoe je als gemeenschap anderen benadert. Leven vanuit de ervaring dat je zelf de onvrijheid gekend hebt, dat je zelf geen enkel recht meer vond. Natuurlijk, misschien valt er voor ons in onze welvaart niet zoveel te herinneren, niet zoveel te gedenken. Of misschien is er voldoende te gedenken maar lukt het ons zo slecht om het weer in herinnering te roepen. Het lijden in een oorlog bijvoorbeeld. Hoeveel mensen hebben daar nog weet van? En wat als we generaties verder zijn? Maar is het werkelijk zo moeilijk om je in te denken hoe het is om arm te zijn, op de vlucht te zijn, gevangen te zitten, geen recht te vinden? Is het zo moeilijk om te bedenken wat jij nodig zou hebben om de ketenen te verbreken, om de vrijheid te ervaren, om weer mens te mogen zijn? Stel de wereld zou net geschapen zijn en jij mag de regels bedenken voor het leven in die wereld? Maar je weet van te voren niet wat jouw positie is in die wereld: heb je macht, ben je rijk, ben je ziek, zit je gevangen, ben je man, ben je vrouw, kleurling, vluchteling, …. Welke wetten schrijf jij dan?

Ik vind het vreselijk hoe wij in staat zijn elkaar te ontmenselijken. En soms gebeurt het met schijnbaar onschuldige bewoordingen. Zo gauw je iemand die geen werk heeft een uitkeringstrekker noemt, spreek je eigenlijk al een oordeel uit. Vluchtelingen, dat trekken we nog, zolang wij ze op afstand houden, maar voor ‘gelukszoekers’ hebben de meesten geen goed woord over. Die gelukzoekers die hun leven riskeren door in gammele bootjes de Middellandse Zee over te steken, althans, proberen over te steken. Mensen van vlees en bloed die met een droom op weg zijn gegaan, met de hoop op een beter leven, worden in het Westers denken weggezet als criminelen.

Ik wil de problemen niet ontkennen. Ik wil de massaliteit van migratie ook niet bagatelliseren. Maar ik wil dat we spreken over mensen. Ik weet de oplossing niet. Waar geen kansen zijn, moeten we kansen creëren, moeten we samenwerken om te kijken hoe we de welvaart in deze wereld ook wereldwijd delen. Oorlogen, we doen er weinig tegen. Vluchtelingen zullen er altijd zijn en wellicht is opvang in de regio de beste oplossing. Maar enkel als het geen afschuiven is en wij er daadwerkelijk onze verantwoordelijkheid in nemen. Dat betekent onvermijdelijk een deel van onze eigen welvaart inleveren ten behoeve van het leven van de kansarmen. En zolang we dat niet hebben opgelost, of daar de wil niet toe hebben, zullen we toch tenminste onze beloftes moeten nakomen over het opnemen van minderjarige kinderen die eenzaam op de vlucht zijn.

Gedenk dat je zelf slaaf bent geweest. Dit is geen politiek verhaal maar een geloofsverhaal. Het gaat over menselijkheid, over humaniteit. Leven in beloofd land kunnen we alleen als we samen leven. Willen we in deze wereld daadwerkelijk het Koninkrijk tegemoet zien dan begint het met het besef dat we het samen moeten rooien, dat we allemaal mensen zijn die geroepen worden om in liefde en gerechtigheid te leven, dat we elkaars naaste zijn. Verandering begint waar wij elkaar willen zien als mens.

ds. drs. H.H. Schorren